Op het WEF 2025 presenteerde de Spaanse premier Pedro Sánchez een visie voor de digitale toekomst die elke vrije burger een rilling over de rug zou moeten bezorgen. Gekaderd als een oplossing voor online schade, is zijn voorstel in werkelijkheid een blauwdruk voor een panopticum van digitale controle, perfect afgestemd op de globalistische agenda van het Wereld Economisch Forum. Wat Sánchez zei: Hij riep op tot een einde aan online anonimiteit en eiste dat elk social media-profiel in Europa gekoppeld zou zijn aan een door de staat uitgegeven "Europese Digitale Identiteitsportemonnee." Hij vergeleek het internet met openbare straten en betoogde dat men, net zoals men niet kan rijden zonder kentekenplaat, ook niet online zou moeten posten zonder een door de staat geverifieerde ID. Wat Sánchez echt zegt: Hij verklaart dat het digitale publieke plein—de laatste echt globale ruimte voor vrije, ongecensureerde discussie—onder directe supervisie van de staat moet worden gebracht. Zijn retoriek is een meesterwerk in misleiding: - "Strijden tegen desinformatie" is code voor het vestigen van een verifieerbare identiteit voor afwijkende meningen. Onder dit systeem kan elke mening die door de autoriteiten als ongelegen wordt beschouwd, direct worden herleid naar de burger die deze heeft geuit. - "Einde aan cyberpesten" is het voorwendsel voor het beëindigen van digitale privacy. Het principe dat men kan spreken zonder angst voor staatsrepresailles wordt herclassificeerd als "onbestraftheid." - "Pseudonimiteit" is een Trojaans paard. Het biedt de illusie van een bijnaam terwijl het ervoor zorgt dat een overheidsdatabase de sleutel tot je echte identiteit in handen heeft, toegankelijk wanneer "publieke autoriteiten" jouw uitlatingen als een "misdaad" beschouwen. Dit is geen pseudonimiteit; het is een door de staat opgelegde identiteitsregistratie voor spraak. Dit is het uiteindelijke doel van de "Great Reset" en "Digitale ID" agenda van het WEF: niet veiligheid, maar controle. Het creëert een systeem waarin deelname aan de moderne samenleving afhankelijk is van het accepteren van een door de overheid uitgegeven digitale ketting. De dreiging om "verbannen of vervolgd" te worden voor ongedefinieerde misdaden zal onvermijdelijk leiden tot zelfcensuur, het verstommen van legitieme kritiek en het neutraliseren van oppositie. Sanchez's tweede voorstel—om "de zwarte doos van algoritmen open te breken"—voltooit het plaatje. Het gaat niet om transparantie voor gebruikers, maar om regulatoire vangst voor de staat. Het doel is dat overheden bepalen welke inhoud wordt versterkt en welke wordt onderdrukt, en zo de publieke opinie vormgeven onder het mom van het beheren van "het publieke gesprek." Dit is niet het pad naar een veiliger internet. Het is het pad naar een steriel, door de staat beheerd internet waar vrijheid wordt ingeruild voor de valse belofte van veiligheid. De globalistische elite van het WEF lost de problemen van het digitale tijdperk niet op; zij exploiteren deze om de architectuur van controle te bouwen.