Ik voel me optimistisch over hedendaagse architectuur. Veel van wat het ontwerp slecht maakte in de late 20e eeuw was een obsessie met de massaal geproduceerde bouwmaterialen van die tijd: goedkoop beton, alomtegenwoordige glazen gevels, en (meer recent) commoditeitsmetaal of composietpanelen. Massieve vormen zonder ornamentatie toonden die nieuwe technologie, maar op een manier die uiteindelijk behoorlijk visueel homogeen en onderdrukkend werd. Tegenwoordig lijkt het erop dat architectuur met hoge status helemaal draait om vakmanschap, maatwerk en ontwerptechnologie, een terugkeer naar enkele traditionele praktijken en contextualiteit. Wanneer het goed gedaan wordt, is het eigenlijk behoorlijk mooi. Het doet denken aan de vroege dagen van art nouveau, toen nieuwe materialen meer decoratie mogelijk maakten in plaats van minder, 3D-printen, CNC en ontwerpsoftware maken meer doordachte ornamentatie en grotere diversiteit in expressie mogelijk.